DUPLEXBEKISTING - voor hoge uitvoer bij het betonneren in het gietprocedé

Bij de oorspronkelijke directe ontkisting wordt het prefabelement na de vormgeving en verdichting ontkist. De vorm staat direct ter beschikking voor de volgende takt.
Voorwaarde voor een hoge productiedoorvoer is het gebruik van zeer stijve resp. aardvochtig betonmengsels. Met een toenemende mate aan stijfheid daalt echter de verdichtingsmogelijkheid aanzienlijk, wat holtes en ruwe oppervlakken tot gevolg heeft. Het vroeg verwijderen uit de vorm werkt bovendien nadelig op de haalbare maatprecisie van de eindproducten.
Bij het gieten verhardt de vloeibare tot plastische beton die zich aanzienlijk beter laat verdichten in de bekisting. De prefabelementen zijn daardoor zeer maathoudend en vertonen een uitstekende oppervlakkwaliteit. Er kunnen complexe betonelementen met een zeer hoge aanspraak op functie en optiek worden vervaardigd.
Nadelig zijn echter de vereiste lange uithardingstijden en de hiermee verbonden geringe uitstoot per vorminrichting.
Het prefabbetonelement moet bij gelijke productievolumes aanzienlijk meer vormen dekken, wat ten slotte de kosten per betonelement zou verhogen. De prefabbetonelementen staan ook voor een probleem: kwalitatief hoogwaardige producten zijn in de productie zeer tijdrovend en enorm kostenintensief. In samenwerking met IAB Weimar GmbH ontwikkelt BETA daarom een
vorminrichting voor buizen, schachten, frames of containers die dit probleem effectief moet oplossen. Sinds 65 jaar levert BETA een bijdrage met innovatieve machines en installaties voor het complete proces in prefabbetonelementen, om zo overeenkomstige oplossingen te kunnen vinden. De kracht ligt naast de 3D-constructie ook in de productie van complexe stalen bekistingen en -
vormen. In deze context ontstond het basisidee van "Vorm met dubbele werking", een bekisting met meerdimensionale opbouw in relatie tot functie en tijd. De voordelen van het gietprocedé worden gebruikt zonder de volledige vorminrichting voor de duur van de betonuitharding te blokkeren. De installatie bestaat in principe uit een "hoofdvorm" met betonneerinrichting, verdichtingssysteem, handlingssysteem voor het in- en uitschalen alsook meerdere zogeheten "spaarbekistingen".
Na het inschakelen van kern, mantel en profielringen alsook voor het vullen en de verdichting van het beton, wordt de "hoofdvorm" direct verwijderd. De complexe installatiebestanddelen staat direct ter beschikking voor de volgende takt en worden daarmee optimaal benut. Het pas gevormde betonelement wordt slechts door een kostenbesparende "spaarbekisting" tot aan de
uitharding gestabiliseerd. Na het uitharden volgt het ontkisten en de verdere verwerking van het prefabelement.